>>clik.to/Latijn<<  |   home
Carmen 1   |   Carmen 2   |   Carmen 3   |   Carmen 7   |   Carmen 51   |   Carmen 72   |   Carmen 83   |   Carmen 86   |   Carmen 92
Carmen 51
Hij lijkt mij gelijk een god te zijn,
hij lijkt mij de goden te overtreffen,
als het geoorloofd is, hij die zittend tegenover jou,
naar jou kijkt en naar jou luistert
jij die zacht lacht,
iets wat al mijn zinnen wegrooft van mij, ongelukkige:
want zodra ik je heb bemerkt, Lesbia,
heb ik niets meer over van mijn stem in mijn mond,
maar mijn tong is verlamd,
een tintelend vuur stroomt diep in mijn ledematen,
de oren suizen door hun geluid,
mijn twee ogen worden bedekt door het duister.
Nietsdoen valt je zwaar, Catullus:
je bent overmoedig door nietsdoen
je bent al te zeer uitgelaten:
nietsdoen heeft vooral koningen en gelukkige steden ten gronde gericht.


Caeki